Ik houd van taal. Niet van taalfouten en wel van woordgrappen. Dat is soms lastig. Men kan doorgaans slecht tegen kritiek, dus leidt het feit dat ik een taalneuroot ben, regelmatig tot onenigheid. Beter dan. Is duur. Kost veel. Overnemen of kopen. Noem maar op. Guacamole is ook zo’n woord. En dat maak je dan van avocado’s.
Jajajaja… Je snapt wel hoe vaak ik hierover gediscussieerd heb.
Gelukkig is guacamole heerlijk als dip bij een chipje en een biertje.
Dat verzacht de omstandigheden.
Soms.
Een beetje.
Fijn weekend!
Mijn favoriete guacamole maak je als volgt:
- Zorg voor perfect rijpe avocado’s. Niet iedereen woont in Chili en heeft dus vrijwel dagelijks perfecte avocado’s binnen handbereik. Zijn je avocado’s nog een beetje hard? Leg ze dan met een tros bananen op de fruitschaal. De bananen versnellen het rijpingsproces. Of het is een fabel, maar ik geloof erin.
Knijp niet in een avocado om te testen of hij rijp is, maar wip het steeltje eraf en kijk naar de kleur.
Bruin = te rijp
Mooi groen = rijp
Krijg je het steeltje slecht los en is het groen heel licht = nog niet rijp - Bepaal of je van een gladde en zachte guacamole houdt of van een wat robuustere dip. Pas daar dan je keukengerei op aan. Een gladde guacamole kun je perfect maken met een staafmixer. Voor een grover resultaat gebruik ik de keukenmachine of gewoon een vork en spierballen. Ik heb liever een wat grovere dip, tenzij ik de guacamole gebruik als garnering bij een zacht gerecht, zoals bijvoorbeeld een tonijntartaar. Dan wil je namelijk niet dat je guacamole de tartaar overheerst.
- Begin met de harde ingrediënten, zoals ui, knoflook, paprika en chilipeper. Snijd deze heel fijn, zodat ze nog voor wat bite zorgen, maar geen brokken meer vormen in je guacamole. Gebruik hier eventueel je keukenmachine voor op de pulse functie.
- Voeg vervolgens verse kruiden toe. Zorg hierbij voor een goede keukenmachine of een scherp mes, zodat je de kruiden niet plet, maar snijdt. Denk aan koriander (gaan we weer), peterselie, bosui en of bieslook.
- Daarna komen de zachtere ingrediënten, zoals tomaat en natuurlijk de super belangrijke avocado. Zorg voor genoeg rijpe avocado. Dat komt de smaak altijd ten goede.
- Vervolgens kun je nog crème fraîche, yoghurt of room toevoegen. Ik doe dat alleen als ik geen perfecte avocado’s heb kunnen krijgen. Anders is het zonde van de smaak.
- Tot slot breng je de guacamole op smaak met zout, peper, komijn, korianderzaad, ras el hanout, paprikapoeder, enzovoort.
- Ik houd de chilipeper vaak apart en voeg deze later toe aan het ‘grote-mensen-schaaltje’. Totdat die kleine zijn vingertjes laatst in dat ‘grote-mensen-schaaltje’ verdwenen, hij: “au, tong prikt” zei en vervolgens diezelfde vingertjes weer in hetzelfde ‘grote-mensen-schaaltje’ verdwenen. Dan moet ie het lekker zelf weten 😉
Tot zover de basis. Nu kun je zelf gaan experimenteren. Geen creatieve bui? Kies dan 1 van mijn 3 favoriete guacamole recepten uit (of maak ze allemaal).
Kruidige guacamole
- 2 avocado’s
- 1 bosui
- 1 kleine chilipeper (ik gebruikte de Chileense lichtgroene, vrij milde peper)
- 1 handje koriander
- 1 handje bladpeterselie
- 1 handje munt
- 1 teen knoflook
- 1 mespunt zout
- 1 mespunt komijnzaad
- 1 mespunt witte peper
- 1 limoen (sap)
Tropische guacamole
- 2 avocado’s
- 1 kleine rode ui
- 1 handje koriander
- 1 groene chilipeper (zo’n donkergroene die in Nederland ook verkrijgbaar zijn)
- 1 teen knoflook
- 1 mespuntje zout
- 1 limoen (sap)
- 1 granaatappel (de zaadjes, als topping, dus niet mee in de keukenmachine)
- 1/2 mango (in kleine stukjes gesneden,als topping, dus niet mee in de keukenmachine)
Traditionele guacamole
- 2 avocado’s
- 1 kleine witte ui
- 2 stevige tomaten (ontpit)
- 1 klein handje koriander
- 1 kleine rode chilipeper
- 1/2 limoen (sap)
- 1 mespuntje zout
Leave A Reply