Wij hebben een pruimenboom!
Na bijna 20 jaar in de stad gewoond te hebben, ben ik daar – als geboren plattelandse – toch wel heel trots op. En blij mee. De boom bezwijkt bijna onder het gewicht van de enorme hoeveelheid pruimen. De komende tijd zullen er dus ‘a lot of’ pruimenrecepten volgen.
Allereerst pruimenjam, een makkelijke manier om in korte tijd veel pruimen te verwerken. Het meeste tijd zit in het voorwerk, namelijk in het plukken, wassen en vooral het ontpitten van de pruimen. Daarna begint het kokkerellen, wat ik natuurlijk het allerleukste vind.
Het is altijd handig om jam in huis te hebben. Jam is lekker op brood, in de yoghurt, om mee te bakken (taarten, maar ook muffins) of om te serveren bij een kaasplank. Ik vind het daarnaast een fijn idee dat ik precies weet wat er in dit potje jam zit, dus geef het met gerust hart aan mijn zoon. Af en toe een beetje, want ik weet óók hoeveel suiker erin zit.
Wat heb je nodig voor 3 potten pruimenjam:
- 1 kilo pruimen, geplukt, gewassen en ontpit, maar niet geschild (onmogelijk en onnodig)
- 500 gram suiker (of geleisuiker, dan schijnt het nog makkelijker te zijn)
- 1 citroen
- 1 sinaasappel
- 1 tl kaneel
- 1 klontje boter
- 30 ml water
- 3 schone jampotten van normaal formaat
Kook, voordat je begint met jam maken, de potten waarin je de jam wilt bewaren even uit. Dit doodt alle bacteriën en zorgt ervoor dat je jam straks langer houdbaar blijft.
Het maken van de jam is vervolgens heel makkelijk. Je doet de pruimen met de suiker, het citroensap, het sinaasappelsap, de kaneel en wat water in een pan en brengt het geheel al roerend aan de kook.
Als het water kookt, draai je het vuur laag en doe je er een klein klontje boter bij. Ik heb me laten vertellen dat dat helpt tegen het overkoken, wat met suikerwater nogal snel gebeurt. Mijn pan kookte niet over, maar ik heb niet getest of dat zonder het klontje boter wel gebeurd zou zijn ;-).
Blijf goed roeren, met name over de bodem en langs de zijkanten, zodat de suiker niet aankoekt. Laat het mengsel ongeveer 3 kwartier zachtjes pruttelen, totdat het een jam-achtige consistentie krijgt. Zodra je denkt dat je jam klaar is, schep je een theelepeltje op een koud bord. Als de druppel blijft liggen, dus niet uitloopt, dan is de jam klaar.
Heb je na drie kwartier de juiste dikte nog niet bereikt, zet dan het vuur uit. Laat de jam afkoelen en breng hem dan opnieuw aan de kook. Na nog ongeveer 10 minuten is je jam voldoende ingekookt en dus klaar.
Verdeel de jam in de potten en schep de potten daarbij zo vol mogelijk. Draai de potten vervolgens dicht en plaats ze ondersteboven om af te koelen. Dit trucje helpt om zo min mogelijk lucht in je potten te krijgen, wat weer bijdraagt aan een langere houdbaarheid.
Dit laatste is een tip van mijn moeder, die me – na het geven van de tip – liefdevol opbelde met de toevoeging: “Je moet ze natuurlijk eerst dichtdraaien, voordat je ze op z’n kop zet…’
Dank je wel, mam. Dat ik daar zelf niet op was gekomen 😉
Leave A Reply